maandag 15 december 2014

Distributienetwerken

De grond onder en langs onze straten ligt vol met leidingen en kabels. Deze spullen worden beheerd door netbeheerders. Op www.aansluitingen.nl kun je opzoeken wie die beheerders zijn. De meeste van die netwerken zijn aangelegd door de oorspronkelijke aanbieders van diensten die ze nodig hadden. Telefoonkabels zijn aangelegd door PTT (tegenwoordig KPN). Elektriciteitskabels door het plaatselijke elektriciteitsbedrijf, gasleidingen door het plaatselijke gasbedrijf, kabel-TV leidingen door het plaatselijke kabel-TV bedrijf (wat vroeger vaak eigendom was van de gemeente).

Waarom die overdracht aan netbeheerders?

Een belangrijke aanleiding was de ontwikkeling van Internet over (A)DSL en de wens voor die dienst concurrentie mogelijk te maken. (A)DSL maakt gebruik van normale telefoonleidingen. Voor (A)DSL moeten in de wijk-telefooncentrale en bij de klant modems geplaatst worden. Het monopolie van PTT/KPN op de wijk-telefooncentrales moest daarvoor worden opengebroken (en dat ging niet van harte). Op dit moment kunnen we in Nederland kiezen uit een stuk of 10 Internet providers. Bijna allemaal gebruiken die (A)DSL. De grote uitzondering zijn de kabel-TV bedrijven die gebruik maken van het kabel-TV netwerk. Ook is Internet mogelijk over de mobiele telefonie netwerken, maar dit wordt voornamelijk gebruikt op mobiele apparaten (smart phones en tablet computers). In tegenstelling tot het kabel-TV bedrijf maken die mobiele providers geen gebruik van kabels tot in de woning van de afnemers.

Ook voor elektrische energie en gas kunnen we tegenwoordig kiezen van welk bedrijf we het kopen. De plaatselijke leidingen zijn in beheer bij een netbeheerder die ook zorgt voor plaatsing van de verbruiksmeters. Voor elektrische energie geldt dat de ene kWh niet te onderscheiden is van de andere. Bij gas geldt dat de ene m3 methaan precies even goed brandt als de andere. Het is dus niet nodig (en technisch ook niet mogelijk) ervoor te zorgen dat het product dat een afnemer gebruikt van zijn eigen leverancier afkomstig is. De gekozen leverancier is bij deze netwerken verplicht de door haar afnemers afgenomen energie aan de netbeheerder te leveren.

Voor telefonie en Internet werkt dat fundamenteel anders. Het aderpaar (de twee draadjes in de telefoonkabel) naar mijn huis is aan de andere kant elektrisch verbonden met een apparaat van de door mij gekozen Internet en telefonie provider. Onderweg zitten daar geen aftakkingen in en zijn er geen andere apparaten aangesloten. (Tenzij iemand op zeer amateuristische wijze mijn telefoonlijn aftapt.)

Kabel-TV zit daar een beetje tussenin. Voor TV is dat een distributienetwerk zoals bij de energie netwerken. Maar Internet en telefonie over het kabel-TV netwerk maken gebruik van een soort onderstations waar het Internet en telefonie verkeer voor een kleine groep lokale afnemers op de TV-kabel wordt geïnjecteerd. Dat onderstation is meestal via glasvezel kabels verbonden met een groter station van de kabel-TV provider.

Het is opmerkelijk dat de kabel-TV niet werkt met netbeheerders. De kabel-TV bedrijven hebben nog altijd het exclusieve recht voor het aanbieden van diensten via het kabel-TV netwerk. Die onderstations van het kabel-TV netwerk kunnen (net zoals de wijk-centrales van KPN) plaats bieden voor apparatuur van andere providers. Echter, mocht de overheid dit afdwingen, dan zal het effect minimaal zijn. Zogenaamde triple play contracten zorgen ervoor dat klanten bijna altijd zowel TV, als Internet, als telefonie bij dezelfde provider nemen. Echte concurrentie op de TV-kabel is daarom niet te verwachten.

Leidingen naar afzonderlijke woningen zijn duur

Het beheer en onderhoud van die leidingen kost echt geld. De aanleg- en onderhoudskosten van ons nationale telefonienetwerk bestaan voor het overgrote deel uit het aanleggen en vervangen van de kabels tussen de wijk-centrales en de individuele woningen. Het is een goede zaak dat het beheer van die leidingen in handen is van een instantie die geen belang heeft bij een specifieke dienstenaanbieder. Deze netbeheerders hebben/krijgen een natuurlijk monopolie. Om misbruik daarvan te voorkomen moeten ze door de overheid gebonden worden aan redelijke tarieven.

In de USA proberen de telecom providers (die daar de netwerken beheren die vaak op kosten van de overheid zijn aangelegd) daar zo min mogelijk geld aan kwijt te zijn. In plaats van fatsoenlijk onderhoud te plegen worden de klanten overgehaald te migreren naar draadloze systemen waarna de kabels zodanig worden verwaarloosd dat ze onbruikbaar worden. De draadloze verbindingen zijn minder betrouwbaar; vooral bij calamiteiten liggen deze er als eerste uit. Dat komt doordat bij een bedrade, klassieke, telefoonaansluiting de energie die nodig is voor de werking van het toestel van de klant vanuit de wijk-centrale wordt geleverd. Tijdens uitval van het lichtnet bij de klant (wat in landelijke gebieden in de USA dagen kan duren) blijft telefoneren gewoon mogelijk.

In veel gemeenten worden op dit moment glasvezelnetwerken aangelegd met aansluitpunten in de woningen van de potentiële gebruikers. De capaciteit van deze aansluitingen is veel groter dan wat via de kabel-TV aansluitingen of draadloze netwerken mogelijk is. Laten we hopen dat het beheer van deze netwerken bij een netbeheerder wordt ondergebracht zodat de providers van telefonie, TV en Internet ook hier eerlijk kunnen concurreren om de klanten.

Misschien moeten we voor de distributie van post en kleine pakketten ook eens nadenken over het opzetten van een soort netbeheerder die de bezorging in de wijk van deze artikelen voor zijn rekening neemt. Zoals de bezorgers van al die verschillende post- en pakketbedrijven nu allemaal dagelijks door dezelfde straten gaan is echt niet efficiënt. Zeker niet in landelijke gebieden. Dat kan goedkoper...

maandag 1 december 2014

Kleine lettertjes en onvergelijkbare abonnementen

De spreekwoordelijke kleine lettertjes van de overeenkomsten die we allemaal aangaan kunnen vervelende consequenties hebben. Simpelweg door de enorme omvang zal...
  • Niemand de (voor hem/haar) beste keuze maken uit de meer dan 1000 ziektekostenverzekeringen.
  • Niemand alle gebruiksvoorwaarden van de banken vergelijken.
  • Niemand de algemene voorwaarden van een bedrijf lezen bij het plaatsen van een bestelling.
  • Niemand nalezen wat (social media) web sites met die cookies en jouw surfgedrag menen te mogen doen.
  • Niemand alle tarieven van telefonie, Internet en kabel-TV providers vergelijken.
  • Niemand alle tarieven van energiebedrijven vergelijken
Daarnaast maken bedrijven vergelijking van prijzen en tarieven onmogelijk door
  • Ondoorzichtige kortingen (bij het afsluiten van meerdere verzekeringen), of collectiviteitskortingen voor werknemers van bepaalde bedrijven, vakbondsleden, enz.
  • Heel veel (combinaties van) abonnementen aan te bieden (met name providers van telefonie, Internet en kabel-TV maken zich hier schuldig aan).
  • Ondoorzichtige toeslagen (met name bij energiebedrijven).

Moet het nou zo moeilijk zijn?

Natuurlijk niet. Het mooiste tegenvoorbeeld dat ik mij kan herinneren was het Borland no-nonsense license agreement dat bij de Borland Turbo C 2.0 software zat. Het paste in normale letters binnen een halve pagina en kwam er op neer dat de gebruiker moest beloven de software op niet meer dan 1 computer tegelijk te (laten) gebruiken. Het maken van backups was expliciet toegestaan. Het verplaatsen naar een andere computer ook.
Deze licentie was leesbaar, alleszins redelijk en uitvoerbaar. Er werd in de software geen enkele poging gedaan om het gebruik op slechts één computer af te dwingen. Het was vooral een kwestie van fatsoen. Dat was ca. 1988...

Waarom gebeurt dat nu niet meer?

Kennelijk hebben bedrijven er een belang bij dat de klanten de regeltjes niet lezen, of niet in staat zijn het (voor hen) meest geschikte product of abonnement te kiezen. Dat is natuurlijk idioot. Maar het geeft die bedrijven meer inkomsten en een machtspositie over de klanten/gebruikers. En dat werkt zolang de klanten/gebruikers niet in opstand komen.

In het geval van verzekeringen, telefonie/Internet/kabel-TV providers en energieleveranciers is er een markt ontstaan voor vergelijkingssites. Helaas zijn de meeste van die vergelijkingssites helemaal niet onafhankelijk. Ze krijgen geld wanneer iemand via die vergelijkingssite een verzekering of abonnement afsluit. Zoiets is natuurlijk een contract met de duivel afsluiten en het komt de geloofwaardigheid van de adviezen van die sites niet ten goede. Voor ziektekostenverzekeringen wordt dit jaar aangeraden de resultaten van meerdere vergelijkingssites te vergelijken. Veel gekker moet het niet worden...

Hoe kan het wel?

Een bank zou zijn voorwaarden kunnen versimpelen tot iets als...
De klant zal zijn/haar best doen ervoor te zorgen dat inloggegevens, passen, credit cards, enz. niet in verkeerde handen vallen. Mocht dit onverhoopt toch gebeuren; dan moet de klant onverwijld contact opnemen met de bank.
De bank moet zijn best doen ervoor te zorgen dat de klant kan Internetbankieren, betalen, enz. op de momenten en plaatsen dat het hem/haar uitkomt.

Hoe kunnen we dit doorbreken?

De consument kan hier in zijn eentje weinig tegen beginnen. Het wachten is op een bank, verzekeraar, telecom provider, energieleverancier, enz. die zich met scherpe tarieven en simpele no-nonsense voorwaarden gaat onderscheiden. Het is natuurlijk ook mogelijk dat een hogere rechter of een nieuwe wet korte metten maakt met voorwaarden die een normaal mens niet binnen redelijke tijd kan bevatten.

Maar ik vrees dat we daarop nog lang zullen moeten wachten.

woensdag 5 november 2014

Exploitatie van de HSL

We hebben in Nederland een hoge snelheidsspoorlijn (HSL) van Schiphol naar Rotterdam en vervolgens vanaf (ongeveer) Barendrecht naar Breda of Antwerpen en Brussel. Het binnenlandse deel wordt gebruikt voor de Intercity Direct (de opvolger van de binnenlandse Fyra), 2 x per uur. De route Schiphol naar Brussel wordt gebruikt voor de Thalys verbinding naar Parijs 1 x per 1 of twee uur. Na het debakel van de internationale Fyra is de Beneluxtrein weer ingevoerd.

Maar de snelheid van de heringevoerde Beneluxtrein is zodanig laag dat de NS reisplanner idiote reisvoorstellen doet. Het noordelijke eindpunt Amsterdam is verlegd naar Den Haag HS en de trein rijdt minder frequent. Voor een reis van Den Haag HS naar Brussel-Zuid/Midi is de snelheid binnen Nederland zo gering dat je tussen Dordrecht en Roosendaal een stukje met een andere trein kunt reizen en vervolgens in Roosendaal weer op dezelfde Beneluxtrein kunt overstappen (voorbeeld Dinsdag 19 augustus 2014, vertrek Den Haag om 11:44). Net iets minder absurd is dat je vijf minuten later kunt vertrekken en met één overstap in minder tijd dezelfde reis maken.
StationTwee onnodige overstappenZonder overstappenMet één overstap
Den Haag HS (vertrek)11:4411:4411:49
Dordrecht (aankomst)12:2112:2112:26
 overstap  
Dordrecht (vertrek)12:2712:2212:27
Roosendaal (aankomst)12:4912:4612:49
 overstap overstap
Roosendaal (vertrek)12:5412:5412:54
Brussel-Zuid/Midi (aankomst)14:0814:0814:08
De idiote voorstellen van de NS reisplanner zijn inmiddels gefixt, maar de treinen rijden nog hetzelfde. Die binnenlandse trein van Dordrecht naar Roosendaal rijdt die afstand in 22 minuten. De nieuwe Beneluxtrein doet daar 24 minuten over en blijft vervolgens nog 8 minuten in Roosendaal staan. Volgens de tariefeenhedenkaart van NS (editie 2013) is de afstand tussen deze stations 38 km (tariefzones komen bij benadering overeen met kilometers). De gemiddelde snelheid van de binnenlandse trein is (afgerond) 104 km.h, de Beneluxtrein gaat hier maar 95 km/h.

Hoe is dit mogelijk?

Zoiets kan alleen bij een totaal gebrek aan concurrentie.

Wat is er mis met die concurrentie?

Zoals het nu georganiseerd is werkt het niet. Bij de aanbesteding van de HSL exploitatie is alleen gekeken naar het bedrag dat de aanbieders wilden betalen; niet naar de diensten die ze wilden verlenen en wat de reizigers daarvoor zouden betalen (zeg maar: het maatschappelijk nut). NS-Hispeed wilde (naar het voorbeeld van de Franse TGV) flink geld verdienen met de internationale Fyra. De Franse TGV exploitant doet dat door een kunstmatige schaarste te creëren. (Treindiensten over het oude, niet-HSL, spoor werden opgeheven en op het HSL spoor rijden zo weinig treinen dat bijna alle plaatsen verkocht worden. In zo'n monopoliepositie kun je immers veel meer geld verdienen dan in een eerlijke markt met concurrenten.) In mooie Engelse termen heet dit Yield Management.

Om hetzelfde te bereiken op de route tussen Nederland en België moest de Beneluxtrein afgeschaft. Na het falen van Fyra door technische gebreken was het probleem voor de reizigers op deze route groot. Er moest weer een soort Beneluxtrein terugkomen, maar dat ging niet van harte...
Er rijden nu 12 treinen per dag in een uurpatroon waarin drie ritten ontbreken. In 2010 reden er 17 treinen per dag met vertrekpunt in Amsterdam. In de dienstregeling die 14 december 2014 ingaat worden die ontbrekende ritten toegevoegd en gaan we naar 16 treinen per dag. Ook komt het vertrekpunt weer in Amsterdam, maar helaas wel met een erg lange wachttijd op Den Haag HS. Bij Brussel wordt een omweg toegevoegd en gestopt bij de luchthaven aldaar waardoor de reistijd flink toeneemt.

Wat moeten we hieraan doen?

  • Zorgen dat er echte concurrentie komt op internationale verbindingen.
  • Gebruik maken van ongebruikte capaciteit op HSL

Kan de Beneluxtrein over de HSL?

Absoluut! Er is geen technische reden om de Beneluxtrein niet over het HSL trace te laten rijden. De locomotieven van de Beneluxtrein zijn dezelfde die de Intercity Direct treinen trekken tussen Schiphol en Breda met een maximum snelheid van 160 km/h. Door de stops in Dordrecht en Roosendaal te laten vervallen is voor de Beneluxtrein een hogere gemiddelde snelheid mogelijk en een extra stop in Brussel Noord.

Hoe lang zou zo'n rit duren?

De afstand van Den Haag via de HSL naar Brussel-Zuid/Midi is ongeveer 160 km. Daarvan is alleen het deel tussen (ongeveer) Barendrecht en Antwerpen geschikt voor hogere snelheden; ongeveer 75 km. Met 160 km/h is de rijtijd op dat gedeelte ongeveer 28 minuten. De afstand over niet-HSL spoor is ongeveer 85 km. De maximum snelheid op deze gedeelten varieert nogal, maar een gemiddelde van 100 km/h lijkt wel redelijk. Dan is de rijtijd zonder halteringen ongeveer 51 minuten.
Tussenstops komen in Rotterdam Centraal, Antwerpen Centraal, Mechelen, Brussel Noord en Brussel Centraal. Elke tussenstop vertraagt de rit met ca. 7 minuten (ten opzichte van doorrijden), behalve de stops in Brussel Noord en Brussel Centraal waar 5 minuten een redelijke waarde is. Dit vergroot de reistijd met 26 minuten tot ongeveer 28 + 51 + 31 = 110 minuten. In de huidige dienstregeling staat daar 144 minuten voor. Dat kan dus veel beter.

Naast de verbinding vanaf Den Haag is er waarschijnlijk een goede markt voor vervoer vanaf Den Bosch (of misschien Arnhem) via Breda dan over de HSL naar Antwerpen en verder dezelfde route en tussenstops naar Brussel Zuid/Midi.

Concurrentie werkt

Kijk maar naar de tarieven die we betalen voor binnenlands telefoneren met onze GSM telefoons. Op die markt heeft de overheid voor zinvolle concurrentie gezorgd en onze GSM tarieven behoren tot de laagste in de wereld. Concurrentie kan ook op treinverbindingen. Natuurlijk moeten alle aanbieders voldoen aan veiligheidseisen en er is een autoriteit nodig die zorgt dat treinen van de verschillende aanbieders elkaar niet in de weg zitten. Ook scheelt het enorm als reserveren niet verplicht is en alle plaatsbewijzen in alle treinen geldig zijn.
Op dit moment is er een enorme overcapaciteit op de hoge snelheidslijn tussen Rotterdam en Brussel. Daar niets mee doen is moreel verwerpelijk.

donderdag 14 augustus 2014

Ethiek - experimenten met emotie

Facebook heeft recentelijk geëxperimenteerd met de emoties van haar gebruikers door die gebruikers extra positieve of juist extra negatieve nieuwsberichten te tonen en te meten hoe dat de berichten die deze gebruikers vervolgens plaatsten beïnvloedde.
Een Amerikaanse dating site (OKCupid) heeft het bestaan opzettelijk partner voorstellen te doen die (volgens de eigen matching logica) slechte matches waren.

Dit zijn beide psychologische experimenten waar de "deelnemers" geen toestemming voor hebben gegeven en mogelijk zelfs nadeel door oplopen. Ethisch onverantwoord en, indien uitgevoerd in een academische, medische, of psychiatrische omgeving, strafbaar (einde van de academische carriëre en mogelijk zelfs gevangenisstraf). Lauren Weinstein beschrijft het goed op zijn (Engelstalige) web log.

Het doet me denken aan mijn (hopelijk misplaatste) gevoel dat wij allemaal regelmatig onderdeel zijn van experimenten waarbij wegenbouwers die langdurige projecten uitvoeren elke week weer een paar parkeerplaatsen vullen met bouwmaterialen om te kijken of de mensen die hun auto nu nog moelijker kwijt kunnen eindelijk in opstand komen.

Ethiek

Ethiek is eigenlijk een duur woord voor fatsoen. Voor het experimenteren met menselijke proefpersonen is vooraf instemming van die proefpersonen nodig. Een experiment waarbij de proefpersonen niet weten dat ze proefpersonen zijn is onethisch.

Het probleem van deze experimenten van Facebook en OKCupid is dat we nu andere websites minder gemakkelijk zullen vertrouwen. Dat is een schade die bijna niet meer te herstellen is.

Nu kun je je afvragen of dat verloren vertrouwen wel terecht was. Persoonlijk meen ik dat de meeste websites oprecht zijn; het product van goed bedoelende amateurs of professionals. Deze websites proberen iets nuttigs aan de wereld toe te voegen en deze schade hebben ze niet verdiend.

Boycot

Het simpelste wat je tegen zulk schandalig misbruik van vertrouwen kunt doen is boycotten. Ik zit niet op Facebook, noch op OKCupid. Maar wie daar wel op zit zou moeten overwegen of dat, na deze onthullingen, nog zo kan blijven.

donderdag 10 juli 2014

Smart grid

Elektrische energie opwekken, distribueren en afleveren lijkt simpel, maar dat is het niet. Het grote probleem is dat je elektrische energie niet gemakkelijk kunt opslaan. Het opgewekte vermogen moet daarom nauwkeurig gelijk zijn aan het (door de afnemers) gevraagde vermogen.
Wanneer te weinig vermogen wordt opgewekt daalt de spanning op het net. Als dat tot gevolg heeft dat de afnemers minder vermogen afnemen is de situatie min of meer stabiel. In dat geval kan het elektriciteitsbedrijf de afname enkele procenten bijsturen door de spanning iets te laten zakken of stijgen. Dat werkt vooral voor de heel korte termijn (orde grootte van een seconde). Voor langere termijn (minuten, uren) werkt dit minder doordat veel afnemers gewoon wat langer energie blijven afnemen. Op die langere termijn moet het elektriciteitsbedrijf dus generatoren bijschakelen. Met dag- en nachttarieven stimuleert het elektriciteitsbedrijf haar afnemers het langere termijn verbruik zo aan te passen dat de pieken overdag en de dalen 's-nachts niet al te groot worden. Sommige elektriciteitsbedrijven verhuren elektrische boilers die op afstand door het elektriteitsbedrijf worden ingeschakeld. Daarmee kunnen de diepste dalen in het verbruik worden opgevuld.
In het verleden hadden de grote afnemers van elektrische energie vooral machines en apparaten die zich gedragen als brave elektrische weerstanden. Een afname van de spanning met (bijvoorbeeld) 1% veroorzaakt een vermindering van de stroomsterkte met 1%. Het afgenomen vermogen vermindert dan met ongeveer 2%. Ideaal dus voor een elektriciteitsbedrijf.

Maar dat was vroeger

Tegenwoordig hebben we steeds meer apparaten die zich helemaal niet gedragen als brave elektrische weerstanden. Een computer bevat een netvoeding die, bij dalende netspanning juist meer stroom gaat gebruiken. Het energiegebruik is bij zo'n voeding nagenoeg onafhankelijk van de netspanning. Deze netvoedingen zijn (zonder omschakelen) geschikt voor netspanning tussen de 100V en 250V. Als de netspanning bij zo'n voeding 1% daalt gaan ze 1% meer stroom gebruiken. Dit soort voedingen zitten ook in spaarlampen en bijna alle opladers van onze moderne gadgets. Al deze apparaten maken het elektriciteitsnet minder stabiel.

Welke apparaten zijn nog brave weerstanden?

In onze huishoudens zijn dit vooral apparaten voor elektrische verwarming van water. Denk hierbij aan onze wasmachines, vaatwassers, waterkokers en koffiezetters. In de industrie gaat het om grote ovens en sommige motoren.

Het wordt nog erger

Steeds meer huishoudens plaatsen PV zonnepanelen. Bij overdrijvende wolken kan de opbrengst van zo'n installatie in een seconde halveren en even later weer verdubbelen. Deze schommelingen moeten door het elektriciteitsnet worden opgevangen. De inverter die de energie van zulke zonnepanelen omzet is beslist geen brave weerstand. Ook ondergetekende heeft sinds kort deze zonnepanelen op het dak liggen en dat is de aanleiding voor deze aflevering van dit blogje.

Wat kan het elektriciteitsbedrijf hieraan doen?

Zelf kunnen ze erg weinig. Het moet in samenwerking met de afnemers en dat vergt motivatie van die afnemers door meer flexibiliteit in de tarieven.
Om de toenemende instabiliteit van elektriciteitsnet te stoppen zijn smart grid oplossingen nodig. Het woord grid staat hier voor het elektriciteitsdistributienet. Dit moet dus slim worden. Het huidige systeem met twee tarieven voor elektriciteit en op afstand schakelbare elektrische boilers zal op den duur niet meer volstaan.
Het tarief voor elektrische energie zal in veel meer stapjes moeten kunnen variëren en ook veel vaker per dag. Bovendien kan het tarief niet (zoals nu) lang van tevoren worden vastgelegd; het moet snel reageren op de actuele vraag en het actuele aanbod. Dit variërende tarief zal real-time naar de afnemers moeten worden gecommuniceerd.
Slimme apparatuur bij de afnemers zal het verbruik dan aanpassen om de kosten laag te houden. Een slimme wasmachine, of vaatwasser zal wachten totdat het tarief laag is. (Voor onze waterkokers en koffiezetters werkt dat niet, want we willen onze thee en koffie graag snel hebben.)

Elektrische auto's

Maar de echt grote stap komt van het opladen van de accu's in onze (toekomstige) elektrische auto's. Dit opladen kan veelal 's-nachts. Nog een stap verder is een laadstation dat energie teruglevert op momenten dat de elektriciteitsprijs hoog is. Zo'n autolaadstation kan heel snel reageren en het gaat om veel energie. De batterijen in elektrische auto's kunnen behoorlijk veel energie opslaan. Hier ligt een goede mogelijkheid om de stabiliteit van het elektriciteitsnetwerk in de toekomst te waarborgen.

Aanvullingen en correcties

23 december 2014: spelfoutje en slecht lopende zin aangepast.

vrijdag 3 januari 2014

Medische tarieven en ziektekostenverzekeringen

NRC publiceerde op 30 december 2013 een interessant artikel: Onderzoek NRC: prijsverschillen tussen ziekenhuizen extreem groot. Het gaat in dit artikel over de zogenaamde passantentarieven. Passantentarieven worden in rekening gebracht aan patiënten die niet verzekerd zijn. Dat betreft sommige buitenlanders, onverzekerde Nederlanders en Nederlanders wiens zorgverzekering geen contract heeft het dit ziekenhuis. Met de huidige concurrentieslag tussen ziektekostenverzekeraars zijn steeds meer verzekerden aangewezen op een beperkt aantal ziekenhuizen waarmee hun verzekeraar afspraken heeft gemaakt. Daardoor neemt de kans toe dat een verzekerde die even niet oplet terecht komt in een ziekenhuis waarmee zijn verzekeraar geen contract heeft. Zo'n verzekerde moet dan uit eigen zak het passantentarief voorschieten en hopen dat ie nog iets terugkrijgt van zijn verzekeraar.

In het gerefereerde artikel verklaart bestuursvoorzitter Joop Hendriks van Bronovo (een groep ziekenhuizen in de regio Den Haag) dat de passantentarieven geen relatie hebben met de interne kostprijzen. Het staat er echt! Lees maar na! Je gelooft je ogen niet...

Om het allemaal nog wat ondoorzichtiger te maken houden de meeste ziekenhuizen deze prijslijsten geheim. Een patiënt kan wel informeren naar de prijs van een bepaalde behandeling, maar een overzicht van de prijzen van veel voorkomende behandelingen is meestal geheim (omdat dit concurrentiegevoelige informatie is). Dat krijg je als je ziekenhuizen de commerciële richting uitduwt. Het gevolg van deze opzettelijke verwarring is dat de prijzen voor dezelfde behandeling in het ene ziekenhuis 7x hoger kunnen zijn dan in een ander ziekenhuis.

Er zijn ook ziekenhuizen waar het passantentarief min of meer gebaseerd is op de tarieven die zijn afgesproken met de verzekeraars. Dat tarief zou gerelateerd moeten zijn aan de werkelijke kosten. Openheid van zaken geven kan dus wel.

Van prijzen hoor je geen geheim te maken

Gewone middenstanders hebben een wettelijke plicht de prijzen van de artikelen duidelijk aan te geven. Dat gaat zo ver dat een klant die aan de kassa een hogere prijs ziet verschijnen dan hij redelijkerwijs kon verwachten het recht heeft het artikel te kopen voor de prijs die hij verwachtte. Winkeliers die de kassaprijs boven de prijs op de schappen laten gelden overtreden de wet.

De ziektekostenverzekeraars in Nederland zijn tegenwoordig zeer duidelijk in hun prijzen. Vergelijken op de details van de vergoedingen is wat lastiger. Maar vlug even nakijken welke verzekeraar contracten heeft met de ziekenhuizen in de buurt is nauwelijks te doen... Daarvoor moet iemand op het web maar eens een kaart van Nederland maken waarop je snel kunt zien met welke verzekeraars elk ziekenhuis een contract heeft.

NRC heeft een link naar een tarievenoverzicht van Pim van den Dool in het artikel overgenomen. Dat overzicht geeft voor acht behandelingen en ruim 30 ziekenhuizen de tarieven (en daaronder ter vergelijking de maximale vergoedingen van twee ziektekosten-verzekeraars). Hopelijk vindt dit initiatief navolging. Natuurlijk gaat het niet alleen om de prijs; het gaat ook om de kwaliteit van de zorg en de lengte van eventuele wachtlijsten. Ook die informatie moet openbaar.

Openheid moet. Alleen dan kunnen we de aangeboden zorg vergelijken en op grond daarvan een ziekenhuis kiezen.