maandag 15 december 2014

Distributienetwerken

De grond onder en langs onze straten ligt vol met leidingen en kabels. Deze spullen worden beheerd door netbeheerders. Op www.aansluitingen.nl kun je opzoeken wie die beheerders zijn. De meeste van die netwerken zijn aangelegd door de oorspronkelijke aanbieders van diensten die ze nodig hadden. Telefoonkabels zijn aangelegd door PTT (tegenwoordig KPN). Elektriciteitskabels door het plaatselijke elektriciteitsbedrijf, gasleidingen door het plaatselijke gasbedrijf, kabel-TV leidingen door het plaatselijke kabel-TV bedrijf (wat vroeger vaak eigendom was van de gemeente).

Waarom die overdracht aan netbeheerders?

Een belangrijke aanleiding was de ontwikkeling van Internet over (A)DSL en de wens voor die dienst concurrentie mogelijk te maken. (A)DSL maakt gebruik van normale telefoonleidingen. Voor (A)DSL moeten in de wijk-telefooncentrale en bij de klant modems geplaatst worden. Het monopolie van PTT/KPN op de wijk-telefooncentrales moest daarvoor worden opengebroken (en dat ging niet van harte). Op dit moment kunnen we in Nederland kiezen uit een stuk of 10 Internet providers. Bijna allemaal gebruiken die (A)DSL. De grote uitzondering zijn de kabel-TV bedrijven die gebruik maken van het kabel-TV netwerk. Ook is Internet mogelijk over de mobiele telefonie netwerken, maar dit wordt voornamelijk gebruikt op mobiele apparaten (smart phones en tablet computers). In tegenstelling tot het kabel-TV bedrijf maken die mobiele providers geen gebruik van kabels tot in de woning van de afnemers.

Ook voor elektrische energie en gas kunnen we tegenwoordig kiezen van welk bedrijf we het kopen. De plaatselijke leidingen zijn in beheer bij een netbeheerder die ook zorgt voor plaatsing van de verbruiksmeters. Voor elektrische energie geldt dat de ene kWh niet te onderscheiden is van de andere. Bij gas geldt dat de ene m3 methaan precies even goed brandt als de andere. Het is dus niet nodig (en technisch ook niet mogelijk) ervoor te zorgen dat het product dat een afnemer gebruikt van zijn eigen leverancier afkomstig is. De gekozen leverancier is bij deze netwerken verplicht de door haar afnemers afgenomen energie aan de netbeheerder te leveren.

Voor telefonie en Internet werkt dat fundamenteel anders. Het aderpaar (de twee draadjes in de telefoonkabel) naar mijn huis is aan de andere kant elektrisch verbonden met een apparaat van de door mij gekozen Internet en telefonie provider. Onderweg zitten daar geen aftakkingen in en zijn er geen andere apparaten aangesloten. (Tenzij iemand op zeer amateuristische wijze mijn telefoonlijn aftapt.)

Kabel-TV zit daar een beetje tussenin. Voor TV is dat een distributienetwerk zoals bij de energie netwerken. Maar Internet en telefonie over het kabel-TV netwerk maken gebruik van een soort onderstations waar het Internet en telefonie verkeer voor een kleine groep lokale afnemers op de TV-kabel wordt geïnjecteerd. Dat onderstation is meestal via glasvezel kabels verbonden met een groter station van de kabel-TV provider.

Het is opmerkelijk dat de kabel-TV niet werkt met netbeheerders. De kabel-TV bedrijven hebben nog altijd het exclusieve recht voor het aanbieden van diensten via het kabel-TV netwerk. Die onderstations van het kabel-TV netwerk kunnen (net zoals de wijk-centrales van KPN) plaats bieden voor apparatuur van andere providers. Echter, mocht de overheid dit afdwingen, dan zal het effect minimaal zijn. Zogenaamde triple play contracten zorgen ervoor dat klanten bijna altijd zowel TV, als Internet, als telefonie bij dezelfde provider nemen. Echte concurrentie op de TV-kabel is daarom niet te verwachten.

Leidingen naar afzonderlijke woningen zijn duur

Het beheer en onderhoud van die leidingen kost echt geld. De aanleg- en onderhoudskosten van ons nationale telefonienetwerk bestaan voor het overgrote deel uit het aanleggen en vervangen van de kabels tussen de wijk-centrales en de individuele woningen. Het is een goede zaak dat het beheer van die leidingen in handen is van een instantie die geen belang heeft bij een specifieke dienstenaanbieder. Deze netbeheerders hebben/krijgen een natuurlijk monopolie. Om misbruik daarvan te voorkomen moeten ze door de overheid gebonden worden aan redelijke tarieven.

In de USA proberen de telecom providers (die daar de netwerken beheren die vaak op kosten van de overheid zijn aangelegd) daar zo min mogelijk geld aan kwijt te zijn. In plaats van fatsoenlijk onderhoud te plegen worden de klanten overgehaald te migreren naar draadloze systemen waarna de kabels zodanig worden verwaarloosd dat ze onbruikbaar worden. De draadloze verbindingen zijn minder betrouwbaar; vooral bij calamiteiten liggen deze er als eerste uit. Dat komt doordat bij een bedrade, klassieke, telefoonaansluiting de energie die nodig is voor de werking van het toestel van de klant vanuit de wijk-centrale wordt geleverd. Tijdens uitval van het lichtnet bij de klant (wat in landelijke gebieden in de USA dagen kan duren) blijft telefoneren gewoon mogelijk.

In veel gemeenten worden op dit moment glasvezelnetwerken aangelegd met aansluitpunten in de woningen van de potentiële gebruikers. De capaciteit van deze aansluitingen is veel groter dan wat via de kabel-TV aansluitingen of draadloze netwerken mogelijk is. Laten we hopen dat het beheer van deze netwerken bij een netbeheerder wordt ondergebracht zodat de providers van telefonie, TV en Internet ook hier eerlijk kunnen concurreren om de klanten.

Misschien moeten we voor de distributie van post en kleine pakketten ook eens nadenken over het opzetten van een soort netbeheerder die de bezorging in de wijk van deze artikelen voor zijn rekening neemt. Zoals de bezorgers van al die verschillende post- en pakketbedrijven nu allemaal dagelijks door dezelfde straten gaan is echt niet efficiënt. Zeker niet in landelijke gebieden. Dat kan goedkoper...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten