donderdag 7 maart 2019

Belasting op CO2 uitstoot

Ondernemingsraden van Tata steel, Shell en andere grote, Nederlandse bedrijven, die veel CO2 uitstoten, vinden dat de initiatiefwet van GroenLinks voor een CO2-heffing hun bedrijven onredelijk zou treffen. Hun klanten zouden naar buitenlandse leveranciers kunnen uitwijken waar geen, of een lagere CO2-heffing geldt en waar vaak veel milieu­onvriendelijker wordt geproduceerd.

De markt moet wel eerlijk blijven

Die ondernemingsraden hebben een punt. Het zou een slechte zaak zijn om CO2-uitstoot hier te vervangen door een (grotere) CO2-uitstoot elders. Maar de "oplossing" die deze ondermeningsraden voorstellen komt neer op uitstel van pijnlijke maatregelen en dat kan rampzalig worden.

Je kunt wel degelijk een eerlijke markt hebben met een CO2-heffing. Maar dan moet je het oneerlijke voordeel van buitenlandse producten waar geen CO2-heffing op zit compenseren door op de import van die producten ook een CO2-heffing in te voeren. Op producten uit een land waar een lagere CO2-heffing van toepassing is dan hier, zou een heffing ter grootte van het verschil moeten komen. En, om het helemaal eerlijk te maken, zou je bij export naar een land met minder (of geen) CO2-heffing betaalde CO2-heffing (gedeeltelijk) terug moeten kunnen krijgen.

Dat klinkt simpel, maar een eerlijke berekening van de CO2-uitstoot van, e.g., een ton geïmporteerd staal is niet echt simpel. Een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten is nu eenmaal niet altijd simpel. Een vrijstelling van CO2-heffing voor de grootste vervuilers betekent dat we de energie-transitie voor de zware industrie op de lange baan schuiven en dat zou een ramp kunnen worden.

Ik vind dat een CO2-heffing voor iedereen moet gelden; bedrijven en particulieren. Op die manier komt er impliciet een premie op innovaties en investeringen die de CO2-uitstoot verminderen. Door ruim tevoren aan te geven hoe de heffing in toekomst gaat toenemen kunnen bedrijven en particulieren tijdig plannen maken die hun kosten op de lange termijn minimaliseren. Het principe de vervuiler betaalt kan heel effectief zijn.

En dat geldt niet alleen voor CO2-uitstoot.

Nederland is geen eiland

Nederland kan dit niet alleen invoeren. Binnen de EU geldt een vrij verkeer van goederen en diensten. Het zal dus wel EU-breed moeten.

dinsdag 5 maart 2019

Recht op kunstmatige inseminatie?

De NOS verspreidde 1 maart 2019 een artikel Zorgen over toekomst vruchtbaarheids­behandeling lesbische en alleenstaande vrouwen. Kort samengevat staat er dat gynae­cologen al geruime tijd de grenzen van de basisverzekering aan het opzoeken zijn voor kunst­matige inseminatie van kerngezonde lesbische vrouwen met zaad van een anonieme donor. Inclusief de regeling waarbij het kind (wanneer het 16 jaar oud is) de identiteit van de donor kan achterhalen en de wettelijke bescherming van de donor tegen aansprakelijkheid voor de kosten van opvoeding en verzorging van het kind. Het gaat om zo'n 6000 behandelingen per jaar en die kosten € 841 voor de behandeling plus zo'n € 600 voor het donorzaad.

Dat kost dus € 8 646 000 per jaar; uit de verplichte ziektekostenverzekering pot.

Minister Bruno Bruins heeft daar nu een stokje voor gestoken met het argument dat het ontbreken van een mannelijke partner geen medische indicatie is.

De minister heeft groot gelijk

Sommige gynaecologen en ook een deel van de betrokken vrouwen en het COC interpreteren de beslissing van de minister als een beleidswijziging en maken daar bezwaar tegen.

In mijn opinie is deze behandeling:
  • Niet medisch noodzakelijk.
  • Niet zo duur dat die vrouwen dat niet zelf kunnen betalen (vergelijk het het met de kosten om een kind 18 jaar te verzorgen en op te voeden).

Als dit onder de standaard vergoedingen zou vallen kunnen homo en alleenstaande mannen ook wel claimen dat ze recht hebben op vergoeding van een draagmoeder. Dat zou pas echt duur worden.

Het zou wel redelijk zijn om een wettelijke regeling te maken waarbij particuliere zaaddonoren (die niet via een gynaecoloog werken) wel de wettelijke bescherming tegen alimentatie­verplichtingen kunnen krijgen en onthulling van hun identiteit wanneer het kind 16 jaar oud is.

Het argument dat de route via een gynaecoloog beter is omdat het ook screening tegen seksueel overdraagbare aandoeningen geeft snijdt geen hout. Een serieuze particuliere zaaddonor kun je heus wel vragen om een SOA test te doen en de uitslag daarvan even te laten zien.

Aanvullingen

2018-03-14: Minister Bruins heeft voorlopig bakzeil gehaald. Tot het einde van 2018 worden dit soort behandelingen vergoed uit de basisverzekering.