donderdag 13 september 2018

Nederlandse steun voor Islamitische strijders

In Syrië is de Islamitische strijdgroep Jabhat al-Shamiya actief. Volgens het openbaar ministerie (OM) is die groep salafistisch, jihadistisch en een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk. Desondanks steunde het ministerie van Buitenlandse Zaken deze strijdgroep met pick-up-trucks, satelliettelefoons, uniformen, matrassen, rugzakken, camera's en laptop computers.

Tegenstrijdige signalen

Kennelijk denken ze bij Buitenlandse Zaken anders over Jabhat al-Shamiya (en andere soortgelijke groepen) dan bij het OM. Nu zijn het ministerie BZ en het OM natuurlijk twee verschillende organisaties, maar ze vallen wel beide onder de Nederlandse staat. De advocaten van teruggekeerde Syrië gangers hebben er nu een fantastisch argument bij voor de verdediging van hun cliënten: Als het ministerie van BZ niet weet dat X een terroristische organisatie is; dan kunt u mijn cliënt toch niet verwijten dat die dat ook niet wist?

Als de rechter daarin meegaat wordt het moeilijk die teruggekeerde strijders langdurig uit de samenleving te houden. En voor de daaruit voortvloeiende onveiligheid mogen we dan een stel eigenwijze losgeslagen idioten bij ons eigen ministerie van Buitenlandse Zaken bedanken.

Wat zou er nog meer kunnen gebeuren?

Ik voorzie een parlementaire enquête en een minister of staatssecretaris die het boetekleed aantrekt en vertrekt.

Dat lost het onderliggende probleem natuurlijk niet op. Er lag jaren geleden al een motie die het ministerie van BZ afraadde om steun te geven aan gewapende strijders in Syrië. Ook heeft het kabinet een Extern Volkenrechtelijk Adviseur die geraadpleegd had moeten worden alvorens dit soort steun te geven. Maar dat is niet gebeurd. Tenslotte zijn er volkenrechtelijke problemen met elke steun aan opstandelingen die een gewapende strijd voeren tegen de regering van een soevereine staat.

Kennelijk is het bij het ministerie van BZ normaal om gewoon te doen wat men leuk vindt; ongeacht hoe gevaarlijk het is. Dat wijst op een cultuurprobleem bij het ministerie van BZ. En dat soort problemen lost geen enkele minister binnen één kabinetsperiode op. Dit soort ongelukjes gaan we de komende 10 jaren nog wel vaker zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten